Dit is mijn vervolg op een fragment uit het boek 'De Guillotine' van Simone van der Vlugt.
Hopelijk vinden jullie het wat!
Als Sandrine wakker wordt hoort ze allemaal stemmen om haar heen. Ze herkent de stemmen. Ze praten tegen diegene die haar gered heeft!
Haar moeder, vader en zusje staan om haar heen. Er is nog iemand, maar ze ziet nog wazig en herkent de persoon niet. 'Diegene heeft me vast gered' denkt Sandrine en ze doet haar ogen weer dicht.
'Is ze wakker?' luidt de angstige stem van haar moeder. 'Ik zag haar ogen knipperen!' roept haar zusje. Sandrine doet haar ogen weer open.
'Hoe voel je je?' hoort ze de onbekende persoon zeggen, maar het enige wat ze eruit kan krijgen is 'Ehh...' Dan zegt de mannelijke stem van de onbekende dat hij maar beter naar huis kan gaan. Terug naar zijn vader.
Op dat moment pakt Sandrine zijn hand. Hij kijkt om. 'Gg...Ga niet weg' stamelt Sandrine.
Dan merkt ze pas dat de persoon niet geheel onbekend is...
'Nicolas?' krijgt Sandrine er nog net uit. 'Ja?' antwoordt hij. Ze kijkt hem verbaast aan.
'Ken je hem?' vraagt haar moeder. 'Ehh...Ja' zegt Sandrine. 'Laat ze maar even alleen' zegt haar vader. Dan is er een stilte. Sandrine kijkt hoe haar familie de kamer uit loopt. Om een of andere reden voelt ze zich veilig bij Nicolas.
'Heb jij me gered?' vraagt ze aan hem. 'Nou ja...Ehhm...Ja' hij aarzelt. 'Bedankt!' zegt Sandrine en geeft hem een lach. Hij lacht terug.
Dan horen ze hard gebonk en luide kreten. Haar vader stormt binnen. 'Ze dringen het kasteel binnen! Jullie moeten ontsnappen! Jij daar (hij wijst naar Nicolas), neem mijn dochter mee en breng haar in veiligheid. Er is een stad niet ver hiervandaan. Ga daar heen en zeg hun dat de baron je gestuurd heeft met zijn dochter. Ze zullen je daar onderdak geven. 'Maar...mmijjn..vvaderr' stamelt Nicolas, maar hij wordt afgekapt door de baron. 'Geen tijd om te treuzelen! Jullie moeten nu weg!'
Nicoles helpt Sandrine rechtop, maar zodra ze staat zakt ze weer in elkaar. Nicolas aarzelt voor geen seconde en tilt haar op en ze vouwt haar armen stevig om zijn nek. Hij tilt haar de kamer uit en begint door de lange gang te lopen. Het geschreeuw wordt steeds luider en luider. Dan komen ze Sandrine's moeder tegen. 'Sandrine's paard staat klaar in de stal' zegt ze tegen Nicolas. 'Ik hou van je' zegt Sandrine tegen haar moeder. 'Ik ook van jou' zegt haar moeder terug met tranen in haar ogen. 'Jullie moeten nu gaan' zegt ze en ze rent weg richting de ridderzaal.
Nicolas loopt door en Sandrine begint steeds banger te worden. 'Wat gebeurt er als ze ons te pakken krijgen?!' vraagt ze aan Nicolas. Nicolas aarzelt even en antwoordt dan: 'De guillotine...'
Dan horen ze voetstappen achter hun. Nicolas begint nog harder te lopen en als Sandrine zich omdraait en zegt dat mensen hun achtervolgen begint hij te rennen. De stallen zijn nog maar enkele meters van hun vandaan. Dan voelt Nicolas een scherpe steek in zijn bovenbeen. Een klein straaltje bloed loopt langs zijn been naar beneden. Het doet erg pijn maar hij weet wat er gebeurd als hij stopt met lopen. Sandrine begint te schreeuwen en barst in huilen uit. 'Er zit een pijl in je been!' schreeuwt ze, maar Nicolas hoort haar niet. Het enige wat hij hoort is het geluid van schreeuwende mensen op het stadsplein. 'Eraf met haar hoofd! Eraf met zijn hoofd! Eraf! Eraf! ERAF!'
'Nee!' denkt hij. 'Niet de guillotine! Ik moet weg komen! Ik moet Sandrine in veiligheid brengen...