maandag 24 februari 2014

Klas 2 - Verwerkingsopdracht 4

De volgende dag gaat Marco tegen zijn zin naar school. Hij had gebrobeert zijn moeder over te halen om hem thuis te laten blijven. Hij had zelfs geprobeert ziek te spelen, maar het was tevergeefs. 

Eenmaal op school is hij erg op zijn hoede. Hij probeert zo veel mogelijk in de buurt van leraren te blijven. Jeroen loopt nog steeds rond met zijn kliekje, maar Ramon is nergens te bekennen.
De bel gaat en Marco gaat naar zijn eerste klas. Jeroen is er, zijn kliekje is er, Ramon is er...Niet!
'Waar is Ramon?!' denkt Marco. 'Dit is niet goed...'

Later op de dag komt er een omroep van de rector: 'Dit is een mededeling voor alle leerlingen. Op dit moment schuilt er in de schoolkelder een gevaarlijke voortvluchtige, beter bekend als Ramon Diaz. Op zijn vorige school heeft hij misdaden gepleegd en de kans is groot dat dat weer gebeurt. Hij is gezien met een mes. Alstublieft niet in de buurt komen. De politie is al ingeligd. Dank u voor uw aandacht.' 

Iedereen was in shock, vooral Marco. Wie heeft de rector gewaarschuwd? Waarom zit Ramon in de kelder? Waarom heeft hij een mes? Allemaal vragen die door Marco's hoofd heen gaan. Maar voor hij verder kan denken stormt de politie het lokaal binnen. 'Zit hier een Marco in de klas?' vraagt een van de agenten. Marco denkt na of hij wel moet opstaan, maar voor hij een besluit moet nemen roept iemand en wijst naar hem, Jeroen. 
Marco staat op en loopt met de agent de klas uit. 'Ik heb toch niets gedaan, of wel? Oh shit! Ik heb meegeholpen met de tas in de fik te steken! Straks krijg ik de schuld en...' Marco's gedachten worden verstoord door de agent. 'Meneer Diaz wil alleen met u praten. Komt u mee naar de kelder?' 'Ik? Alleen? Hij heeft een mes!' Marco is verbaast en bang tegelijk. 'Wij zijn vlak achter u in geval van nood. Het team staat klaar voor verdediging. U zal niets overkomen.' Marco voelt zich een beetje beter.

Ze gaan samen naar beneden en Marco loopt door de deur. Het is erg donker, het ruikt raar en de vloer is nat. Dan loopt Marco verder en ziet waarom Ramon een mes mee had. Daar ligt Ramon, levenloos en stil. Marco schreeuwt het uit en de politie mannen komen binnen. Iedereen kijkt vol verbazing. 
Dan ziet Marco een briefje:

'Ik kan er niet meer tegen. Zo veel pesten, zo veel pijn. Ik weet dat ik kwaad heb gedaan, ik heb daar spijt van. Marco, zeg tegen Jeroen dat het me spijt en geeft het geld dat hierbij zit aan hem voor een nieuwe rugzak. En vertel Kevin en Daniƫl dat het me spijt. Zoveel spijt, zoveel pijn...'

Marco is versteend en weet niets te zeggen. Dan keert hij om en loopt naar boven. Terug naar het licht.

donderdag 13 februari 2014

Klas 2 - Verwerkingsopdracht 3

Het is drie dagen na het incident. Marit ligt nog steeds in het ziekenhuis en wordt net wakker. Haar ouders zijn thuis.

Marit wordt langzaam wakker en strekt zich uit. 'Het is echt raar dat ik mijn benen niet voel' denkt ze. Ze probeert recht op te zitten, maar het gaat moeilijk. 'Zullen mijn benen afsterven? Kan ik nooit meer lopen? Of komt alles weer goed en loop ik dit ziekenhuis weer uit?' 
Er gaan veel gedachtes door haar hoofd. Het doet pijn. 'Heb ik een hersenschudding gehad? Wat is er gebeurt? Hoe ben ik hier gekomen?' Marit praat nu hardop en schrikt als er iemand reageert op haar vragen. 

Het is Nathan die plotseling in de deuropening staat en haar laat schikken. 'Het spijt me. Het is mijn schuld dat je hier nu ligt. Ik was zo dom om te veel te drinken en daarna je naar huis te brengen.' Nathan kijkt beschaamd en bedroefd naar Marit. 'Wat is er dan gebeurt? Waardoor kan ik mijn benen niet meer voelen? Waardoor ben ik gehandicapt?!' Marit schreeuwt nu.
'Ik verloor mijn evenwicht en reedt tegen de stoep aan. Jouw benen kwamen tussen mijn wiel en we vielen om. Ik heb de mensen in de buurt wakker geschreeuwd en zo snel mogelijk 112 gebeld. Het spijt me echt!' Nathan is nu aan het huilen en is in elkaar gezakt op een stoel naast Marit.   

'Sorry, jij bent natuurlijk ook erg geschrokken.' Marit kijkt naar hem met medelijden. 'Bied je excuses niet aan. Jij ligt hier in het ziekenhuis niet ik. Het spijt me echt heel erg. Als er iets is dat ik voor je kan doen, moet je het maar zeggen. Ik doe alles!' 
Nathan blijft maar door ratelen in verdriet. 
'Ik wil niet dat je uit medelijden iets voor me doet.' 'Ik ben hier niet uit medelijden. Ik ben hier omdat ik hiervoor je al erg leuk vond. Ik wilde stoer doen en je naar huis brengen en kijk wat er van is gekomen! Ik had dit me niet voorgesteld als eerste date.' 'Date?' vraagt Marit. 'Soort van. We zijn toch samen, zonder onze ouders, alleen in deze kamer?' 'Misschien. Lekker romantisch zeg.'
Nu lachen ze alle twee. 'Misschien is dit zo slecht nog niet. Ik vind je erg aardig, Nathan.' zegt Marit nu met een kleine glimlach op haar gezicht. 'Ik vind jou ook aardig. Heel erg, eigenlijk.'

Nathan leunt naar voren en geeft Marit een simpele kus op haar voorhoofd. De rest van de dag kijken ze samen tv en vertelde elkaar verhalen. Misschien komt het toch nog goed...